26
houden tegenover hun uitstaande beleggingen
en kredieten. De regels worden vanaf 2013 ge-
leidelijk ingevoerd en moeten in 2018 volledig
van kracht zijn.
De Belgische financiële instellingen hebben
binnen Europa het voortouw genomen om zo
snel mogelijk aan de Basel-regels te voldoen:
tussen de zomer van 2007 en maart 2012 zijn
de passiva (het eigen vermogen, waarvan het
aandelenkapitaal deel uitmaakt, aangevuld
met vreemd vermogen als bijvoorbeeld spaar-
deposito’s en schulden op de interbancaire
markt) van de Belgische financiële instellin-
gen met 28,6% gekrompen. Over dezelfde
periode steeg het harde kernkapitaal (geld dat
onmiddellijk beschikbaar is, bijvoorbeeld als
er verliezen geslikt zouden moeten worden)
met 19,3%. Daardoor is de hefboom van de
Belgische financiële instellingen gedaald van
31,9
naar 18,3. Financiële instellingen zijn
daardoor onmiskenbaar solider dan voor de
crisis.
Door de vermindering van de hefboom heb-
ben de banken ook minder behoefte aan finan-
ciering via de financiële markten (
wholesale
funding
).
Dit komt hun liquiditeitspositie ten
goede: banken hebben meer geld waarover ze
meteen kunnen beschikken om op korte ter-
mijn aan hun verplichtingen te voldoen.
De financiering door de financiële markten is
afgebouwd van 267 miljard EUR in 2009 tot
182
miljard in 2011.
Tegelijkertijd neemt het aantal deposito’s toe.
De Belg is traditioneel altijd al een spaarder
geweest. Maar de laatste jaren is het bedrag
dat uitgezet wordt op de spaarboekjes spec-
taculair gestegen. In september 2012 stond er
een totaal van 230,2 miljard EUR op de Belgi-
sche spaarboekjes. Tegenover eind juni 2007
betekende dat een stijging van 54,7%. Deze
depositowerving stelt de financiële instellin-
gen in staat goedkoper kredieten te verlenen
en draagt bij tot de stabiliteit van de Belgische
financiële instellingen, en van de spaarbanken
in het bijzonder. Financiële markten zijn na-
melijk veel wispelturiger dan spaarders. Een
groter aandeel spaardeposito’s in vergelijking
met interbancaire schulden maakt de banken-
balans dus gezonder.
Toekomstperspectief
De uitdaging voor de toekomst zal erin be-
staan om het lagere risicoprofiel en de kleinere
schaalgrootte van de Belgische financiële sec-
tor te verzoenen met de vraag naar kredieten.
Die kredietvraag zou fors kunnen toenemen
als de economie zijn tweede adem vindt.
Men kan zich afvragen of het streven naar zo
veilig mogelijke banken met een minimum
aan risico’s de economische groei (werkge-
legenheid, kredietverlening, enz.) niet zal
fnuiken.
Een toekomstig aandachtspunt zou kunnen
zijn dat de Belgische financiële instellingen
zich noodgedwongen meer binnen hun lands-
grenzen terugtrekken. Die zogenaamde bal-
kanisering of fragmentering van de Europese
markt kan de kredietverlening aan Belgische
ondernemingen in het buitenland moeilijker
maken.
De financiële sector is voorstander van regels
die de stabiliteit van de financiële instellingen
en het volledige financiële systeem verhogen
2.
>
WELVAART