29
bouwen staat erin genoteerd, net als de
good-
will
.
Die laatste post probeert, simpel gezegd,
een cijfer te plakken op de waarde van min-
der tastbare bezittingen als de reputatie, het
groeipotentieel of het merk. De som van alle
activa (en ook van alle passiva) noemt men
het balanstotaal.
Op de passivakant staat bovenaan het ei-
gen vermogen (de schulden aan de aandeel­
houders). Eigen vermogen is geld waar een
bank in principe onmiddellijk over kan
beschikken.
Onder het eigen vermogen staat het vreemd
vermogen. Hierin zit bijvoorbeeld het spaar-
geld (deposito’s) van de klanten, maar ook het
geld dat een bank leent bij de centrale banken
en op de financiële markten om zijn balans te
financieren. De verhouding tussen het eigen
vermogen en het balanstotaal wordt de lever-
age (hefboom) genoemd. Dit is het aantal keer
dat een bank zijn eigen vermogen in de markt
heeft uitgezet.
Het balanstotaal van een bank is niet per defi-
nitie stabiel – zelfs niet als een bank geen ac-
tiva bijkoopt of verkoopt. De waarde van de
activa is namelijk veranderlijk. Een gebouw
kan meer of minder waard worden, de waarde
van een merk kan toenemen of afnemen. Vol-
gens de internationale IFRS-boekhoudregels
moet een bank die schommelingen in zijn
balans doorrekenen voor bepaalde van zijn
bezittingen.
Verschuivingen op
de activazijde
Grosso modo vinden we aan de activakant van
de bankenbalans drie categorieën ‘financiële’
bezittingen terug.
Langetermijnleningen die tot op vervaldatum
in de boeken blijven staan (bijvoorbeeld hypo-
theken op dertig jaar) zijn volgens de interna-
tionale boekhoudregels
hold to maturity.
Dat
betekent dat ze aan de aankoopwaarde in de
boeken blijven staan tot ze worden uitbetaald.
Als, bijvoorbeeld, het huis dat aan de hypo-
theek gekoppeld is in waarde stijgt of daalt,
heeft die waardeschommeling geen enkel ef-
fect op het balanstotaal van de bank.
De activa in de tradingportefeuille zijn daar-
entegen bedoeld om zo snel mogelijk weer te
verkopen. Zij staan in de boeken aan de waar-
de van de dag. Doorgaans is er geen duurzame
financiering op de lange termijn vereist om ze
in de boeken te houden, omdat ze in principe
snel weer worden doorverkocht.
Tussen die twee categorieën zijn er financiële
bezittingen die als
available for sale
in de boe-
ken staan. Dat zijn activa die de bank eventu-
eel kan aanhouden tot vervaldatum, maar ook
tussentijds kan verkopen. Een belangrijk deel
van de activa van Belgische banken (veel over-
heidsobligaties, bijvoorbeeld) is in de laatste
categorie ondergebracht. Zo hebben de finan-
ciële instellingen de handen vrij in het geval
er een koper opdaagt met een interessant bod.
Bevroren financiële markten
De gevolgen van die keuze zijn tijdens de
crisis duidelijk geworden. De marktwaar-
deschommelingen van, bijvoorbeeld, over-
heidsobligaties werden (en worden) door de
boekhoudregels namelijk meteen zichtbaar in
>
Stabiele financiële sector