32
spaargeld die erbij kwam, een bijkomende
euro in de economie geïnvesteerd werd. On-
derzoek aan de KU Leuven wees in 2011 uit
dat de financiering van de economie door de
banken een half percent aan economische
groei heeft gegenereerd. Of met andere woor-
den, dat de financiële sector goed was voor
een vijfde van de totale economische groei die
België in 2011 heeft gekend.
Het personeelsbestand is een andere bepalen-
de factor bij het berekenen van de toegevoeg-
de waarde van de financiële sector. Anno 2012
is de sector goed voor 100.000 directe jobs en
indirect nog eens voor ongeveer 120.000.
De bruto toegevoegde waarde per werknemer
is tussen 2007 en 2010 gestegen met 23,3% tot
160.000
EUR. De financiële crisis en de druk
op de rentabiliteit heeft de sector verplicht ef-
ficiënter om te gaan met zijn beschikbare mid-
delen. Dit is niet altijd zonder gevolgen voor
de tewerkstelling en de werkdruk.
waarde van een product en de aankoopprijs
van de grondstoffen. Binnen de financiële
wereld is dit het verschil tussen enerzijds de
inkomsten uit dienstverlening en de intresten
op kredieten, en anderzijds de rente op de-
posito’s en de financieringen via de financiële
markten.
In ruimere zin ligt de toegevoegde waarde van
de financiële sector vervat in de mate waarin
ze slapend spaargeld omzet in kredieten die de
economische groei stimuleren.
In 2011 bedroeg de toegevoegde waarde van
de financiële sector in de gehele economie
5,8%.
Het aandeel van de financiële sector
was zelfs nog groter als we de verhandelbare
dienstensector (alle commerciële dienstenver-
leners) als ijkpunt nemen.
Sinds eind 2007 heeft de financiële sector
87,3
miljard EUR bijkomende kredieten ver-
strekt aan ondernemingen, gezinnen en over-
heden. Dat betekent dat er voor elke euro aan
De financiële sector zal zich
voortaan op haar kerntaken
moeten toeleggen. Op die manier
verzekert ze haar onmisbare
schakel in het economisch leven.”
Luc Coene, NBB, september 2012
2.
>
WELVAART