45
>
Financiële stabiliteit
De financiële crisis van 2007-2008 heeft tal
van tekortkomingen blootgelegd in de manier
waarop bepaalde financiële instellingen we-
reldwijd bestuurd werden. Ook het toezicht
op de instellingen en het reglementair kader
bleken tekort te schieten. Zo hadden bepaalde
financiële instellingen te weinig aandacht voor
de risico’s op termijn en waren zij te groot in
verhouding tot hun eigen vermogen. Eind juni
2007
had de Belgische financiële sector een
balanstotaal (totaal van bezittingen of activa)
van 1.595,2 miljard EUR. Het eigen vermogen
bedroeg slechts 48,5 miljard EUR.
Daarnaast heerste de overtuiging dat, zeker op
het internationale financiële toneel, de remu-
neratiepolitiek het risicogedrag eerder stimu-
leerde dan inperkte.
Een deugdelijk bestuur geeft prioriteit aan een
goed risicobeheer. De jongste jaren werden
heel wat initiatieven en regelgevingen uitge-
werkt om ondernemingen tot een beter deug-
delijk bestuur en een beheerster risicogedrag
aan te zetten. Die tendens is niet enkel waar-
neembaar in de financiële sector maar bij alle
mogelijke sectoren in binnen- en buitenland.
Enkele voorbeelden
voor de financiële sector:
> De Basel III-richtlijnen
4
1
hebben ervoor ge-
zorgd dat de Belgische financiële sector zijn
passiva (het eigen vermogen zoals aande-
lenkapitaal + het vreemd vermogen zoals
deposito’s en schulden op de interbancaire
4.
De Basel III-regels leggen op dat banken veel meer kapitaal en
liquiditeit moeten aanhouden tegenover hun uitstaande beleggin-
gen. De regels worden vanaf 2013 geleidelijk ingevoerd en moeten
in 2018 volledig van kracht zijn.
markt) met meer dan een kwart heeft afge-
bouwd van 1.595,2 miljard EUR eind juni
2007
naar 1.139,4 miljard EUR eind maart
2012.
Over dezelfde periode heeft hij zijn ei-
gen vermogen opgetrokken met bijna 20%
(
van 48,5 miljard EUR naar 57,8 miljard
EUR).
> In het federaal regeerakkoord van 1 decem-
ber 2011 werd vastgelegd dat bestuurders en
leden van directiecomités bij de finan­ciële
instellingen die overheidssteun genoten
hebben, geen recht hebben op aandelenop-
ties, gratis aandelen, bonussen of enig ander
voordeel. Er wordt ook op toegezien dat het
verloningsbeleid van die instellingen aan
langetermijnresultaten wordt gekoppeld.
Een aantal instellingen heeft bijvoorbeeld
op vrijwillige basis zogenaamde
claw back
-
systemen ingevoerd: leden van het directie-
comité en bepaalde senior managers krijgen
eventuele bonussen niet enkel gespreid in
de tijd uitbetaald, maar de vergoedingen
kunnen ook teruggevorderd worden als de
resultaten op de lange termijn ze niet blijken
te rechtvaardigen.
> Op 27 september 2011 publiceerde de Euro-
pese Banken Autoriteit (EBA), de toezicht-
houder op de financiële instellingen in de
EU, haar
Guidelines on Internal Governance
.
Daarin staat onder meer dat er binnen elke
kredietinstelling interne controleprocedu-
res moeten bestaan voor het identificeren,
beheren en rapporteren van risico’s. Op 19
december 2011 maakte diezelfde EBA een
document wereldkundig waaruit blijkt dat
België de uitgevaardigde richtlijnen goed
naleeft.