57
Binnen de financiële instellingen worden ri-
sico’s voortdurend gemonitord en geïdenti-
ficeerd. Alle bevraagde instellingen hebben
een open structuur en duidelijke processen
om risico’s te identificeren – in dialoog met
het topmanagement. Hierbij wordt meestal
gebruik gemaakt van kwantitatieve analyses
van informatie gebaseerd op wiskundige risi-
comodellen. In 51% van de sector (8 van de 19
bevraagde instellingen) worden ook externe
experts geconsulteerd om risico’s te kunnen
identificeren.
Communicatie
Bij alle bevraagde instellingen communiceren
het topmanagement, de business lines en de
risk managers met elkaar op een doorzichtige
manier over de identificatie en de opvolging
van risico’s. Bijna alle bevraagde instellingen
hebben het ook over risicometingen. 13 van
de 19 bevraagde instellingen (96% van de sec-
tor) hebben een risicocomité dat opereert op
het niveau van de Belgische raad van bestuur.
In drie vierden van die risicocomités zitten
externe, onafhankelijke leden en in sommige
gevallen is dit zelfs een meerderheid.
78%
van de banksector (8 van de 19 bevraagde
financiële instellingen) neemt in zijn raden
van bestuur (en/of comité’s) méér onafhanke-
lijke, externe bestuurders op dan wettelijk ver-
eist. Belangenconflicten en machtsmisbruik
worden op die manier tegengegaan. Het is
belangrijk dat deze onafhankelijken ook over
alle relevante informatie beschikken om hun
job naar behoren te kunnen uitvoeren.
>
Risicobeheer
100%
van de bevraagde instellin-
gen heeft een open structuur
en duidelijke processen om
risico’s te identificeren. Dit
gebeurt steeds in dialoog met
het topmanagement.