36
De Belgische consument stort zich niet zo-
maar in een leningsavontuur. Dat blijkt ook
uit het beleningspercentage. Volgens de cij-
fers van de Nationale Bank van België (NBB)
schommelt de verhouding tussen het krediet-
bedrag en de waarde van het onroerend goed
rond de 65% (de zogenaamde quotiteit).
Hypothecaire kredieten van meer dan 100%
van de waarde van het onroerend goed zijn
eerder zeldzaam. Dit bewijst dat de consu-
ment eerst zijn eigen spaargeld aanspreekt
vooraleer te lenen.
Kostprijs
In september 2012 bedroeg de gemiddelde ge-
wogen interest op nieuwe bankkredieten aan
Belgische ondernemingen 2,98%. Hiermee
benadert deze interest opnieuw het eerdere
historisch laagtepeil van 2,97% dat in juli 2012
werd bereikt.
Zowel particulieren als ondernemingen
kunnen in België lenen tegen concurrenti-
ële rentevoeten. De rentevoeten voor alle be-
schikbare types hypothecaire kredieten en on-
dernemingskredieten zijn hier een stuk lager
dan bijvoorbeeld in Nederland, sommige zelfs
tot bijna 2%.
Hertekening financieel
landschap
Ondanks de verminderde vraag en de grotere
waakzaamheid, is het aantal kredieten blijven
stijgen. Dat heeft veel te maken met de her-
tekening van het financiële landschap. Sinds
2007
hebben de financiële instellingen hun
internationale activiteiten afgebouwd en zo de
blootstelling van de Belgische financiële sector
aan internationale risico’s sterk gereduceerd.
Financieringen via de financiële markten
werden afgebouwd en er kwamen meer finan-
cieringen via de binnenlandse spaarboekjes.
Deze veranderingen hebben ervoor gezorgd
dat de kredietverlening in België continu kon
groeien.
Een gezonde kredietverlening is de motor van
een goed draaiende economie. In dat kader uit
de financiële sector zijn bezorgdheid rond de
Basel III-regelgeving. Die bepaalt onder meer
dat de kapitaalsvereisten die aan de financiële
instellingen opgelegd worden, ongeveer dub-
bel zo streng worden tegen 2013. Concreet zal
dit betekenen dat het eigen vermogen van de
financiële instellingen zal moeten verdubbe-
len om hetzelfde volume kredieten te kunnen
blijven verlenen. In België is op dit moment
nog geen onmiddellijk probleem vastgesteld,
maar op termijn kan Basel III een impact heb-
ben op de beschikbaarheid en de prijs van de
langetermijnkredieten. De financiële sector en
de overheid zullen moeten nadenken over op-
lossingen die de zuurstoftoevoer aan de eco-
nomie blijvend kunnen garanderen.
Alternatieve
financieringsbronnen
Voor de financiering van ondernemingen en
projecten op een termijn langer dan zeven
jaar, worden alternatieve bronnen onderzocht.
De projectobligatie die financiële instellingen
reeds bij verschillende autoriteiten hebben
aangekaart, is een mogelijk oplossing.
Projectobligaties zijn liquide beleggingen
waarmee op voorhand gekende projecten ge-
financierd worden. Dat kan bijvoorbeeld de
2.
>
WELVAART